Vet zorgt voor smaak. Het soort vet bepaalt dan ook de smaak én de textuur. Reuzel is gesmolten, zijdezacht vet van de varkensbuik. Door het spek te smelten blijven kaantjes en reuzel over.
De temperatuur waarbij vet of spijsolie begint te ontbinden, te roken of branden, is het rookpunt. Daar moet je dus onder blijven. In reuzel kun je dus fantastisch vlees bakken (en aardappels en oliebollen), maar je kunt er niet in wokken. Reuzel heeft een laag rookpunt als gevolg van een relatief laag percentage verzadigde vetten (40%) heeft en de samenstelling van onverzadigde vetten (10% meervoudig onverzadigde en 50% enkelvoudig onverzadigde).
Reuzel is ook lekker als broodbeleg. Als je er gelijke delen stroop door mengt krijg je stroopvet. Een energiebooster! Vroeger smeerden de mijnwerkers in Limburg dit als favoriet beleg op hun brood omdat het geen geuren aannam en dus nog lekker was als ze het aten.
Oma’s tip is: heb je griep? Smeer je borst in met reuzel. Je krijgt het dan al gauw warmer en zweet daardoor sneller de koorts uit. Smeer je er ook mee in als je onderkoeld bent en je organen krijgen het snel warmer.
Je kunt reuzel in de koelkast bewaren en ook invriezen.